Met ingang van 1 november 2004 is het beleid ten aanzien van gezinshereniging en gezinsvorming op een aantal onderdelen gewijzigd. Deze wijziging is gebaseerd op het Hoofdlijnenakkoord van het huidige Kabinet, op de Wet werk en bijstand en op een Richtlijn van de Europese Unie ten aanzien van gezinshereniging.

Bij deze wijzigingen is van belang het onderscheid tussen gezinshereniging enerzijds en gezinsvorming anderzijds. Gezinsvorming houdt in dat de vreemdeling een verblijfsvergunning wil om in Nederland te gaan wonen bij een (huwelijks- geregistreerd of samenwonende) partner, waarbij de relatie is ontstaan terwijl de partner in Nederland woonde.  Als een vreemdeling een verblijfsvergunning wil om in Nederland te gaan wonen bij een ander gezinslid (bijvoorbeeld een kind dat bij de ouder wil gaan wonen), dan is sprake van gezinshereniging. 

Door de Minister is besloten tot de volgende maatregelen:

• De minimumleeftijd voor gezinsvorming (niet: gezinshereniging) wordt opgehoogd van 18 naar 21 jaar voor beide partijen;
• Het normbedrag dat de hoofdpersoon moet verdienen, wil de vreemdeling in aanmerking komen voor gezinsvorming (niet: gezinshereniging), wordt verhoogd van 100 procent van de toepasselijke norm ingevolge de Wet werk en bijstand naar 120 procent van het minimumloon ingevolge de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag, met inbegrip van de vakantiebijslag. Het gaat hierbij om de volgende netto bedragen: EUR 1379,80, inclusief vakantiebijslag en EUR 1319,09, exclusief vakantiebijslag;
• Verder vervallen in het kader van gezinshereniging �n gezinsvorming de vrijstellingen van het middelenvereiste voor alleenstaande ouders die een kind beneden de leeftijd van vijf jaren verzorgen en voor personen die zevenenvijftigeneenhalf jaar of ouder zijn. Vrijgesteld van het middelenvereiste blijven personen die blijvend en volledig arbeidsongeschikt zijn, personen die 65 jaar of ouder zijn en personen die blijvend zijn vrijgesteld van de sollicitatieplicht.        ;  

  
Ook het beleid ten aanzien van vreemdelingen die een gevaar vormen voor de openbare orde, wordt aangescherpt:

• Het tot op heden geldend soepeler regime voor vreemdelingen die zijn veroordeeld wegens een misdrijf, en die gezinshereniging of gezinsvorming beogen bij een persoon met de Nederlandse nationaliteit, vervalt. Per 1 november worden de aanvragen van deze vreemdelingen even streng beoordeeld als alle andere aanvragen;
• Voortaan worden bij de beoordeling van de vraag of een vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde, strafmaatregelen betrokken die voorheen buiten beschouwing bleven. Het gaat om de maatregel van plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden, jeugddetentie en de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.        &n bsp;

  
1 november 2004
Deze aanscherpingen zijn alleen van toepassing op aanvragen die worden ingediend op of na 1 november 2004; op daarvoor al ingediende aanvragen zijn zij niet van toepassing. Voor vreemdelingen die al in het bezit zijn van een verblijfsvergunning regulier in het kader van gezinshereniging, is een overgangsregeling gemaakt. Ten aanzien van de aanscherpingen van de inkomenseisen is tevens een overgangsregeling getroffen voor vreemdelingen die in het bezit van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf een verblijfsvergunning aanvragen. 

Versoepeling
Er is echter ook sprake van een versoepeling van het beleid inzake gezinshereniging en -vorming. Thans geldt een zogenaamde wachttermijn van drie jaren voor vreemdelingen die zelf als minderjarige in het kader van gezinshereniging hier te lande waren toegelaten en die een nieuwe partner uit het buitenland naar Nederland wilden laten overkomen in het kader van gezinsvorming. Deze wachttermijn komt per 1 november 2004 te vervallen. De versoepeling is van toepassing op aanvragen die op of na 1 november 2004 worden ingediend, maar ook op aanvragen die voordien zijn ingediend.