Assalaam alaikoem
Snoepjes
Er was eens een jongen die graag snoepjes at. Hij vroeg zijn vader altijd om snoep. Zijn vader was een arme man en kon niet altijd snoep voor zijn zoontje kopen. De kleine jongen begreep dit niet en bleef maar om snoep vragen.
De vader van de jongen bedacht hoe hij zijn zoon op kon laten houden met het vragen om zoveel snoep. Hij had een idee. Er woonde een wijze man vlakbij. De vader besloot om zijn zoon naar de wijze man te brengen zodat deze hem op kon laten houden met het vragen om snoep.
De jongen en zijn vader gingen op weg naar de wijze man. De vader zei tegen hem: �Kun je mijn zoon vragen om op te houden met snoep vragen wat ik niet kan betalen?� De wijze man vond het moeilijk want hij hield zelf veel van snoep. Hoe kon hij de jongen dan vragen om op te houden met snoepen? De man zei tegen de vader dat hij zijn zoon over een maand terug moest brengen.
Tijdens die maand hield de wijze man op met het eten van snoep en toen de jongen en zijn vader na een maand terugkwamen, vroeg de wijze man aan de jongen: �Lief kind, zal je je vader niet meer om snoep vragen wat hij niet kan betalen?�
Sindsdien vroeg de jongen nooit meer om snoep.
De vader van de jongen vroeg aan de wijze man: �Waarom heb je dat niet aan mijn zoon gevraagd toen we hier een maand geleden kwamen?� De wijze man antwoordde: �Hoe kan ik een jongen vragen om niet meer te snoepen terwijl ik zelf zo van snoepen houd? In deze maand ben ik gestopt met snoepen.�
Het voorbeeld dat iemand geeft is veel sterker dan alleen zijn woorden. Als we iemand vragen om iets te doen, moeten we het zelf ook doen. We moeten anderen niet vragen om iets te doen wat we zelf niet doen.
Zorg ervoor dat je woorden en je daden altijd hetzelfde zijn.
Wassalaam alaikoem