Generaties lang worden er vetes uitgevochten, alleen maar omdat het paard van de ene stam eerder water dronk uit een put dan het paard van de andere stam. En van akhlaaq, basale menselijke normen en waarden, heeft men nog nooit gehoord. De Qur�aan geeft de heersende gebruiken op dat vlak als volgt weer: �En als ��n van hen het blijde nieuws verneemt van ( de geboorte van) dochter, dan verduistert zijn gezicht en verdrinkt hij zich in zijn woede. En dit nieuws is er de oorzaak van dat hij zich verstopt voor de mensen van zijn stam en bij zichzelf de afweging maakt of hij haar moet behouden ( met alle vernederingen van dien), of haar levend moet begraven. (16:58, 59)

In zo�n politiek, intellectueel en moreel vervallen omgeving is het dat er iemand opstaat die dit alles een zodanige revolutionaire impuls geeft dat dezelfde arabieren die eens behoorden tot het uitschot van de wereld, nu niet alleen de twee grootmachten van het moment verslaan, maar ook nog eens voor elkaar krijgen om 1100 jaar lang de wereld te regeren. Wie was de man die dit alles voor elkaar kreeg?

Muhammed (saw) ibn �Abdullaah is zijn naam. Hij is van gemiddelde lengte: niet lang, maar ook niet kort. Desondanks is zijn verschijning zo krachtig, dat hij overal tussenuit springt. Hij heeft haar dat reikt tot aan zijn schouders, met een lichte krulling aan het eind. Zijn ogen zijn heel schijnend en diepzwart. Het valt de mensen om hem heen op dat zijn ogen een lichtrode tint in zich hebben. Als hij loopt, dan loopt hij licht voorover gebogen, alsof hij een berghelling afdaalt. Het is zijn gewoonte om veel te luisteren naar de mensen. Als hij iemand de aandacht schenkt, dan draait hij met zijn hele lichaam naar die persoon toe. Als hij iemand groet, dan laat hij zijn hand niet los voordat de ander zijn eigen niet als eerste wegtrekt. Hij (saw) glimlacht veel. Hij houdt ervan om stil te zijn, Maar als hij praat, dan zegt hij in weinig woorden datgene waar een ander uren mee bezig zou zijn. Het is alsof een oceaan gevangen zit een waterkruik. Het effect van zijn verschijning is groot op zijn omstanders. Zo groot zelfs dat menigeen het nooit heeft aangedurfd om hem constant rechtstreeks aan te kijken. Bekend voorbeeld hiervan is �Amr ibn al- �Aas.

Hij (saw) is het die zijn beste vriend Abu Bakr ibn Kuhafah doet uitgroeien tot Abu Bakr as-Siddieq: Abu Bakr de Waarheidsgetrouwe. Dezelfde Muhammad (saw) is het wiens rechtvaardigheid zo�n groot effect heeft �Umar ibn al- Khattaab, dat hij de bijnaam verkrijgt: �Umar de rechtvaardige. En het is dezelfde Muhammad (saw) wiens barmhartigheid �Uthmaan ibn �Affaan uitverkiest en hem verheft tot �Uthmaan zhun Nurayn, �Uthmaan van de twee lichtbronnen. Wederom is het dezelfde Muhammad (saw) die de snaar van kennis, inzichten wijsheid raakt bij �Ali ibn Abi Talib en hem doet uitgroeien tot de �Poort van kennis�. In de woorden van de profeet (saw): �Ana Madinatul �ilm wa �Aliyyun babuha.� (Ik ben de stad van kennis en �Ali is de poort daartoe).

De invloed en uitstraling van de profeet (saw) blijven niet beperkt tot zijn directe omgeving. Integendeel, ze overstijgen de grenzen van tijd en plaats en brengen diegenen die in zijn profeetschap geloven ertoe om heldendaden te verrichten. Deze heldendaden vindt men terug op elk vlak die de mensheid rijk is. Men denke bijvoorbeeld aan imam Ghazali, Shaikh �Abdul Qadir al-Gilani, aan imam an- Nawawi, aan Shaikh- ul- Islam ibn Taymiyyah. In de moderne tijd kennen we de voorbeelden van Hassan al- Bannah, van sir dr. Muhammad Iqbal ( de �dichter van het oosten�) en vele anderen met hen.
En dit zijn nog maar diegenen die algemeen bekend zijn onder de mensen. Wat te denken van de miljoenen mensen van over de hele wereld, die allen met hart en ziel geloven in datgene wat deze profeet (saw) verkondigd heeft: �Er is geen god dan God alleen, en Muhammad (saw) is Zijn Boodschapper. �

Eigenlijk schieten mijn woorden tekort om enigszins een beschrijving te kunnen geven van zijn persoon. Ter afsluiting kan ik eigenlijk alleen maar de historische woorden aanhalen van Alphonse de LaMartaine, als hij zegt: �Allen standaarden waaraan menselijke grootheid gemeten kan worden in ogenschouw nemend kunnen we onszelf afvragen: was er �berhaupt iemand groter dan hij sallalahu �alaihi wasallam? �

Bovenstaande is een bewerkte weergave van een inleidende lezing door Tasneem Sadiq. Deze lezing werd gegeven tijdens het Milaad Festival 2000. Tasneem begon met een korte welkomstboodschap namens MYL, waarmee hij overging op het eigenlijke onderwerp van zijn lezing. Deze lezing, samen met een compilatie van de verschillende onderdelen die op die dag plaatsvonden is verkrijgbaar op videocassette.

Bron: Al Minhaj - oktober 2001